De steppekrekel (Gryllus assimilis) is een vrij rustig soort gezien ze minder herrie maken als de ‘gewone’ huiskrekel en véél minder als de ‘zwarte’ veldkrekel. Deze steppekrekel zal net als de veldkrekel ook niet zo hoog en ver springen als de gewone huiskrekel. Verder heeft de steppekrekel meer ‘vlees’ aan zich als de huiskrekel gezien ze wat groter en dikker worden en zijn ze ook wat voedzamer. Andere voordelen van deze steppekrekels ten opzichte van de andere krekels is dat deze een stuk langzamer zijn en ze vereisen ook hogere temperaturen waardoor ze nie t lang kunnen overleven wanneer ze in huis ontsnappen! Daarnaast heerst er ook minder kannibalisme als bij de gewone huiskrekels.
Huisvesting
Als huisvesting kun je voor een plastic bak (curverbox) kiezen, van minimaal 35 cm hoog. Neem bij voorkeur plastic bakken met een ‘gladde’ binnenkant, gezien de krekels hier dan niet over heen kunnen lopen. Wanneer de binnenkant een wat grover oppervlak heeft en de krekels er dus makkelijk overheen kunnen lopen, bevestig dan aan de bovenkant van de zijkant een breed stuk tape van minimaal 10 cm waar de krekels niet overheen kunnen lopen. De kweekbakken moeten uiteraard voorzien zijn van een sluitend deksel (krekeldicht) met een ventilatierooster. Als materiaal voor de ventilatieroosters kan men het beste benzinegaas gebruiken. Gebruik liever geen horrengaas, gezien de krekels hierdoor heen vreten en de stofkrekels hier gemakkelijk doorheen kunnen lopen.
Gezien krekels nachtactieve insecten zijn, kun je de kweekbakken het beste verwarmen met een verwarmingsmatje of met een verwarmingskabel. Je kunt deze aansluiten op een thermostaat die je instelt op een temperatuur van 30°C, waardoor de temperatuur constant blijft! De optimale temperatuur om krekels te kweken ligt tussen de 28 en 33°C. Wanneer de krekels de juiste grootte als voedseldier hebben bereikt, kun je ze beter op een temperatuur van 21 tot 23°C houden, gezien het verouderingsproces dan minder snel verloopt en ze langer ‘houdbaar’zijn.
Omdat krekels nogal kannibalistisch zijn, zeker wanneer ze niet het goede voer krijgen, is het belangrijk om een voldoende groot oppervlakte te creëren. Dit kan je heel makkelijk bereiken door wat eierdozen of wat wc-rolletjes in je kweekbak te plaatsen. Houdt dan wel wat plaats op het grondoppervlak voor het voer- en waterbakje!
Voeding
Het is uitermate belangrijk dat je de steppekrekels het juiste voer geeft! De krekels zullen nogal kannibalistisch zijn wanneer je ze uitsluitend voer geeft met een laag eiwitgehalte, zoals bijvoorbeeld zemelen. Het is belangrijk dat de krekels de juiste en voldoende voedingsstoffen, waaronder eiwitten, binnenkrijgen om te kunnen overleven en daarnaast ook om zich voort te kunnen planten! Daarbij zullen deze voedingsstoffen ook door je hagedis, spin of welk terrariumdier dan ook worden opgenomen wanneer je de goed doorvoede krekels opvoert!
Als een volwassen krekelvrouwtje voldoende eiwitrijke voeding krijgt, slaat ze dit op in het daarvoor bestemde reservoir aan de onderzijde van hun achterlijf, hetgeen nodig is voor een goede ei-productie. Op deze foto zie je links en rechts het ‘eiwit-reservoir’ als een een verdikking van de poten tot aan de legboor.
Als voer wordt vaak een mengsel gebruikt van kuikenopfokmeel van bijvoorbeeld het merk PUIK en konijnenbix van hetzelfde merk. Daarnaast kan men wat korreltjes steurvoer fijnmalen met bijvoorbeeld een ouderwetse keukenmolen en dit toevoegen aan het mengsel. Steurvoer dien je aan het mengsel toe te voegen, gezien dit voer een hoog eiwitgehalte heeft. Geef de krekels ook regelmatig wat groenvoer als andijvie en liever geen fruit, gezien dat snel gaat schimmelen. Je kunt wel een aardappel opensnijden en deze ook in je kweekbak stoppen gezien een aardappel ook veel voedingswaarden heeft en daarnaast nemen de krekels ook hieruit wat vocht op, net als uit een wortel. Geef echter niet teveel wortel, want ook deze voedingsstoffen worden in een later stadium weer opgenomen door je terrariumdier. Wortels bevat caroteen en dit is bijvoorbeeld weer schadelijk voor onder andere baardagamen wanneer ze hier teveel van binnenkrijgen!
Steppenkrekels kunnen geen dag zonder vocht en hebben dit meer nodig als bijvoorbeeld huiskrekels en veldkrekels. Je dient dus water toe te dienen door bijvoorbeeld een ‘vogeldrinkautomaatje’. Stop echter een sponsje of een opgevouwen tissue in het drinkbakje, gezien de krekels anders kunnen verdrinken. Je kunt ook een grote bakje nemen met een spons hierin, maar dit heeft weer het gevaar dat krekels door de spons heenvreten wanneer de bovenkant van de spons te droog wordt en het nog wat vochtiger is aan de onderkant van de spons. Je dient dan het sponsje zeker dagelijks te bevochtigen! Plaats een watervoorziening trouwens ook op de koelste plek in je kweekbak, dus niet direct op een warmtemat, om te snelle uitdroging te voorkomen.
Kweek
Allereerst is het natuurlijk belangrijk om weten hoe je geslachtsonderscheid kan maken tussen de volwassen krekels. Vrouwtjes zijn te herkennen aan de legboor tussen de twee voelsprieten aan het achterlijf. Ook bij halfwas vrouwtjes is de legboor al duidelijk te zien. Mannetjes krekels kun je onderscheiden van de vrouwtjes gezien ze geen legboor hebben en deze nogal tjirpen. Ze tjirpen om vrouwtjes te lokken en om andere mannetjes uit hun territorium te verdrijven en doen dit door de vleugelranden over elkaar heen te wrijven.
Bij het opstarten van de kweek dien je er voor te zorgen dat je meer vrouwen als mannen in de kweekbak hebt. Koop bijvoorbeeld 2 à 3 bakjes steppekrekels en stop deze allemaal in je kweekbak. Je kunt het grootste gedeelte van de mannetjes er ook uithalen, om zo min mogelijk overlast te hebben van het lawaai van de mannen. Wanneer er maar enkele mannen in je kweekbakken zitten, hebben ze geen tijd voor te tjirpen en zijn ze druk met de vrouwen… Zorg er uiteraard voor dat ze direct over de juiste voeding en water beschikking hebben. Zoals eerder gezegd hebben ze de juiste voedingswaarden nodig om zich voort te kunnen planten.
Zolang de krekels voldoende voedsel, water en een hoge temperatuur hebben, zullen ze eieren produceren. Plaats dus na enkele dagen een bakje met lichtvochtige oude tuinaarde of potgrond in je kweekbak. Neem zeker geen verse potgrond, omdat dit vaak bestrijdingsmiddelen bevat en dus giftig is. Zorg ervoor dat het substraat luchtig van structuur is en niet al te snel uitdroogt, want dan zullen de eitjes ook uitdrogen. Maak het echter ook niet te nat zodat de eites ‘verzuipen’ en vervolgens gaan schimmelen. Zelf gebruiken we cocopeat zonder meststoffen dat je bij elk tuincentrum kopen kan! Neem wel een bakje met een deksel. Uit deze deksel kun je dan een groot stuk uitsnijden en een stukje aluminium gaas of metalen horregaas er tegenaan bevestigen, zodat geprikte eieren niet opgevreten kunnen worden door de andere krekels. De vrouwtjes prikken de eitjes dan met hun legboor door de gaten heen, maar kunnen zelf dan niet meer bij de eitjes. Een goed doorvoed vrouwtje kan wel tot 200 eitjes per etmaal in het legbakje prikken!
Na een 5-tal dagen dien je het legbakje uit de kweekbak te halen. Je kunt dit bakje dan in een andere box zetten zonder voer en water. Wanneer je er toch voer indoet, zou het wel eens mijten aan kunnen trekken. Controleer dan dagelijks of de grond nog licht vochtig is. Wanneer dit niet het geval is, dien je het bakje licht te sproeien om te voorkomen dat de eieren uitdrogen. Je zou het prikbakje ook in een broedstoof kunnen plaatsen met een ‘dichte’ deksel erop, net zoals wijzelf dat doen.
Wanneer de eerste eitjes dan na ongeveer 10 dagen bij een temperatuur van ± 30 °C uitkomen, plaats ik het bakje in een curvorbox en zorg ik ervoor dat de krekels beschikking hebben over fijn gezeefd voer en wat ook heel belangrijk is in de eerste week is dat de stofkrekeltjes ten alle tijden bij vocht kunnen komen. Wanneer dit niet het geval is, sterft gegarandeerd het grootste gedeelte af. Je kunt dan ook in een wat koeler gedeelte in je kweekbak een papieren zakdoekje op de bodem leggen en deze vochtig houden. Op dit vochtige zakdoekje kun je ook wat groenvoer als andijvie leggen, gezien ze dit dan ook snel gaan eten en ook hieruit vocht halen. De krekeltjes groeien de eerste 2 weken nog niet zo snel, maar je zult zien dat ze na de derde week groeien als kool en echt veel vreten.
Twee weken na de geboortegolf van de eerste generatie, herhaal je het hele proces vanaf de aanschaf van de doosjes steppekrekels. Vervolgens ga je steeds zo door dat je na twee weken een nieuw proces opstart. Wanneer een generatie krekels volwassen is, hoef je uiteraard niet steeds nieuwe bakjes met krekels aan te kopen! Je neemt dan opnieuw wat vrouwtjes uit je inmiddels volwassen geworden kweek en enkele mannetjes en stopt deze in een kweekbak. De overige plaats je dan in een wat koudere kweekbak om het verouderproces te vertragen en deze kun je dan opvoeren. Zorg er uiteraard wel voor dat ook deze de beschikking hebben over voeding en water!